Workshop on Late Modern English (polite) letter writing

For those readers interested in LModE letter writing, sign up for this online masterclass: The (polite) letter writing in Late Modern Times. Registration is free!

Posted in letter writing, news | Leave a comment

A virtual tour of Jane Austen’s letters

In their autumn news letter, Jane Austen’s House Museum announced a virtual exhibition of Jane Austen’s letters. Great news for anyone not able to travel due to the worldwide COVID-19 restrictions.

If you visit their website, you’ll find a piece by Sophie Reynolds on one of Jane Austen’s rather more interesting correspondences, with James Stanier Clarke, the Prince Regent’s librarian. Theirs was a rather controversial relationship, and I’ve written about it in an article published in 2015:

Ingrid Tieken-Boon van Ostade (2015), Jane Austen’s correspondence with James Stanier Clarke. In: Emig R., Gohrisch J. (red.) Anglistentag 2014 Hannover, Proceedings. Trier: Wissenschaftlicher Verlag. 79-90.

And if you wish to read more about the language of Jane Austen’s letters, read my book on the subject. It was published by Oxford University Press in 2014. After reading it, you’ll find that you’ve truly got to know her!

(Meanwhile, here is a blogpost about the book, and another one about the birthday letters which she wrote from the house where she lived in Chawton, and which now houses the museum.)

Cover for 

In Search of Jane Austen
Advertisement
Posted in Uncategorized | Leave a comment

Het plakboek in het Jane Austen’s House Museum

Dat plakboek wilde me maar niet loslaten, want we hebben het erover gehad dat een aantal brieven van Jane Austen werden verknipt en aan fans werden gegeven. Vaak alleen maar de handtekening. Ik heb zelf ooit zo’n stukje brief op de kop weten van de beroemde grammatica-schrijver, Robert Lowth, maar had liever gezien dat de hele brief bewaard was gebleven.

Maar in dit plakboek hebben we dus een stukje van de brief (wie zou de handtekening hebben gekregen?), onmiskenbaar het handschrift van Jane Austen. En ook de spelling, zoals ik die heb beschreven in mijn boek In Search of Jane Austen (OUP, 2014). Als je goed kijkt, zie je dat ze ook de lange <s> gebruikt, maar niet zo vaak als wat we op haar grafsteen aantreffen.

Blijkbaar is dit een recente vondst, want de Telegraph schrijft erover in februari dit jaar. Leuk, dit soort dingen, zo is onderzoek dus nooit klaar!

Posted in Jane Austen trip | Leave a comment

Jane & Me

Vast van plan om geen boeken over Jane Austen meer te kopen, heb ik me toch laten verlijden door het contact met Jeremy Knight die we in Chawton House hebben ontmoet, om het boek van zijn dochter Caroline Jane te kopen. Ik ben het nu aan het lezen, en omdat ik weet dat sommigen van jullie het boek ook hebben gekocht, ben ik erg benieuwd te horen hoe iedereen het vindt. Laat hier een comment achter, dan kunnen we ervaringen uitwisselen.

Posted in Jane Austen trip | Leave a comment

Jane Austen als zakenvrouw

Helaas niet meer aan toegekomen, maar belofte maakt schuld, dus hierbij wat ik had willen vertellen over wat volgens mij duidelijk maakt dat Jane Austen een echte zakenvrouw was.

Probleem was natuurlijk dat je als vrouw in die tijd, en zeker niet een vrouw uit Jane Austens maatschappelijke klasse, niet geacht werd direct met uitgevers te onderhandelen. Dat hebben we ook mooi kunnen zien in Miss Austen Regrets. Maar toen Henry ziek werd, moest ze wel, anders zou Emma nooit zijn gepubliceerd! Zo voelde dat blijkbaar voor haar.

Jane Austen had contact, direct of indirect, met drie uitgevers, Richard Crosby, Henry Egerton en John Murray. Alleen haar correspondentie met Murray is bewaard gebleven, en één brief aan Crosby, maar misschien heeft ze Egerton alleen maar persoonlijk gesproken. Egerton heeft Pride and Prejudice uitgegeven: “P. & P. is sold,” schrijft Jane op 29 november 1812 vanuit Chawton aan haar vriendin Martha Lloyd, en voegt daaraan toe:

Egerton gives £110 for it. — I would rather have had £150, but we could not both be pleased, & I am not at all surprised that he should not chuse to hazard so much.

Hoeveel dat was in onze tijd? Zoek het op in de  Currency Converter van het National Register of Archives! In elk geval is £110 veel meer dan wat ze van Crosby voor Susan had gekregen: £10 maar. Crosby heeft het boek nooit willen uitgeven – wat zal hij daar later spijt van hebben gehad! En Jane moest de £10 terugbetalen, wilde ze het manuscript terug krijgen. Daar was ze erg boos over, zoals uit de brief aan Crosby blijkt. Ze schreef die brief onder pseudonym, als Mrs Ashton Denis. Direct als Jane Austen naar hem schrijven, was natuurlijk ongepast, maar zo kon ze haar boosheid in haar handtekening (“MAD”)  uiten.

Van deze brief heeft ze een kopie bewaard, en dat deed ze ook met de kladversie, in potlood, aan John Murray, de brief die we in de Weston Library hebben gezien. Van Murray zelf zijn er geen brieven overgeleverd, maar wel van James Stanier Clarke, haar tussenpersoon met de Prince Regent wiens voorstel het was om Emma aan de prins (die een groot fan van haar was) op te dragen. En die haar ook een idee voor een roman probeerde te geven – daar heeft de familie Austen hartelijk om moeten lachen. Of Mr Haden daarbij was, zoals de film suggereert, weet ik niet.

Dan heeft ze nog een brief bewaard, afkomstig van de Countess of Morley, die een echte fan van haar was:

I have been most anxiously waiting for an introduction to Emma, & am infinitely obliged to you for your kind recollection of me, which will procure me the pleasure of her acquaintance some days sooner than I shd otherwise have had it — I am already become intimate in the Woodhouse family, & feel that they will not amuse  & interest me less than the Bennetts, Bertrams, Norriss & all their admirable predecessors — I can give them no higher praise —

Over de publicatie van Emma had Jane scherp onderhandeld met John Murray, en uiteindelijk besloten het boek in eigen beheer uit te geven. Dit schreef ze aan Cassandra:

Mr Murray’s Letter is come; he is a Rogue  of course, but a civil one. He offers £450- but wants to have the Copyright of MP. & S&S included. It will end in my publishing for myself I dare say. — He sends more praise however than I expected. It is an amusing Letter. You shall see it.

Van Emma verscheen een recensie van de hand van niemand minder dan Sir Walter Scott. Helaas een beetje teleurstellend, schrijft Jane, want waarom noemt hij de herdruk van Mansfield Park niet? Want dat had ongetwijfeld voor hogere verkoopcijfers gezorgd:

I return you the Quarterly Reveiw with many Thanks. The Authoress of Emma has no reason I think to complain of her treatment in it — except in the total omission of Mansfield Park. — I cannot but be sorry that so clever a Man as the Reveiwer of Emma,  should consider it as unworthy of being noticed.

En als dit alles niet genoeg is om te besluiten dat het schrijversvak voor Jane Austen heel belangrijk was, veel belangrijker dan haar familie na haar dood bereid was te erkennen, kijk dan naar het document “Profits of my novels” (te zien in de prachtige database Jane Austen’s Fiction Manuscripts) waarin ze bij hield wat de inkomsten uit Emma en Mansfield Park waren, en wat ze van Egerton had ontvangen voor de tweede editie van Sense en Sensibility: ‘over & above the £600 in the Navy Fives’. Blijkbaar had ze die £600 belegd in Navy 5 per cent annuities die tussen 1810 en 1821 werden uitgegeven – net als Cassandra deed met de £1000 die ze van Tom Fowle had geërfd.

Er staan nog een paar andere interessante documenten op de website van Kathryn Sutherland die het belang van Jane Austen’s schrijverschap in haar eigen ogen bevestigen. Die documenten zijn voor iedereen in te zien.

En tenslotte is er natuurlijk haar testament, opgesteld vlak nadat ze de inkomsten van haar romans had opgeteld, en zich realiseerde dat ze wat na te laten had. Geld en aandelen, ‘every thing of which I may die possessed’ (een standaard formule in testamenten) ‘or which may be hereafter due to me’ – haar copyright. Alles bij elkaar genomen wist Jane Austen aan het einde van haar veel te korte leven heel goed wat zij waard was. Beter uiteindelijk dan haar – mannelijke – familieleden, want direct naar haar dood heeft ook haar moeder een testament laten opstellen, en ook zij liet alles na aan Cassandra, ‘who [did indeed] die a very rich woman, you know’! Maar dat verhaal moet ik nog opschrijven.

Vrouwenmantel op het graf van Cassandra: hoe toepasselijk!

 

 

 

Posted in Jane Austen trip | Leave a comment

Jane Austen beter leren kennen?

Wat ik heb proberen te doen, is laten zien hoe je Jane Austen beter kunt leren kennen als je haar eigen taalgebruik, dus dat van haar letters, op micro-niveau onderzoekt. Dat heb ik in mijn boek gedaan (als je alsnog de bestelcode wilt hebben, laat me dat dan zo snel mogelijk weten), maar ik ben ook benieuwd of jullie als gevolg van deze héle reis het gevoel hebt gekregen dat je haar beter hebt leren kennen. Laat dat weten door op deze post een ‘comment’ te schrijven. Die çomments krijg alleen ik te zien, maar als je wilt, kan ik ze toelaten op dit blog, dan kunnen anderen ze ook lezen, en er zelfs op reageren. Als je dat niet wilt, ook goed, maar geef dat dan even aan.

Zo kunnen we met z’n allen nog even nagenieten van deze mooie reis. Ik hoop van jullie allemaal te horen!

Posted in Jane Austen trip | Leave a comment

Nog een paar leuke dingen

Een van de bijzondere dingen aan deze reis vond ik zelf hoe alle deelnemers een eigen kennis van Jane Austen hadden, en hoe deze kennis verschilde van elkaar. Ik noem twee dingen (maar voeg gerust meer toe!), met dank aan Melissa en Carola:

Posted in Jane Austen trip | Leave a comment

Een nieuwe Jane Austen brief!?

Dat ontdekten we gisteren bij ons bezoek aan het Jane Austen’s House Museum. Of in elk geval, dat is wat ik dacht. “A precious Jane Austen letter has appeared for sale and we urgently need your help …”: nog 10.000 pond, en dan is het streefbedrag van 35.000 gehaald. Even gegoogled, en de BBC heeft er een mooi artikel over online. En gelukkig heb ik de fantastische brieveneditie van Deirdre Le Faye. Het blijkt te gaan om brief 112, gericht aan Anna Lefroy, geschreven een week na de brief die we in de Weston Library hadden gezien.

Die brief is ooit opgeknipt, en vervolgens “momentarily mislaid”, schrijft Deirdre Le Faye, “and has not so far reappeared”. Dat was in 2014, maar nu dus wel, wat een spannend bericht. Hopelijk krijgen ze het geld bij elkaar!

Nog recenter nieuws: het gaat ze lukken: Hier vind je de laatste stand: 102% van het bedrag is nu al binnen! Gefeliciteerd, museum, volgende keer komen we de brief bekijken.

Posted in Jane Austen trip | Leave a comment

Waar woonde Jane Austen in Bath?

Jane Austen heeft op verschillende plaatsen in Bath gewoond: 4 Sydney Place, 3 Green Park Buildings East, 25 Gray Street, en Trim Street. Mijn persoonlijke doel van ons bezoek aan Bath vandaag was om haar huis in Sydney Place te vinden, en dat is gelukt.

Een mooi huis, met uitzicht over Sydney Gardens. De City Trail van Bath loopt tot aan het Holburne Museum, aan het begin van het park. Waarom het huis niet (en bijvoorbeeld het Jane Austen Centre wel) onderdeel van de Trail uitmaakt, begrijp ik niet. Je hoeft maar 100 meter verder door te lopen.

Jane Austen was niet erg gelukkig in Bath, en ze heeft er niet veel geschreven, maar hier zou ik best willen wonen.

 

Posted in Jane Austen trip | Leave a comment

Twee brieven in de Weston Library

Gisteren waren we in de Weston Library in Oxford (onderdeel van de Bodleian Library), waar we twee handschriften van Jane Austen te zien zouden krijgen,  The Watsons en  Volume the First van de Juvenilia. Helaas maar met een klein groepje, want we mochten maar met maximaal 15 mensen langskomen. Tot onze verrassing stond er een hele tafel klaar met allerlei extra dingen, eerste edities, moderne boeken over Jane Austen, maar ook twee brieven . Een was geschreven met potlood (brief 124D in Le Faye’s editie), en diende dus waarschijnlijk als kladversie. De brief was gericht aan haar uitgever John Murray, met wie Henry meestal contact had (in dit geval over de publicatie van Emma). Maar Henry was om dat moment ernstig ziek, zodat Jane zelf met Murray contact opnam. Dat was dus haar eerste eigen brief aan haar uitgever, en er zouden er nog meer volgen, waarin ze zich een uitstekend onderhandelaar betoonde. En dat voor een vrouw uit die tijd.

Het aardige van deze brief is dat hij met potlood is geschreven, en dat hij dus als kladversie bewaard is gebleven, Ook aardig om te zien is dat ze hier haar welbekende ‘dashes’ (gedachtestreepjes) ook al gebruikte en dat we verkorte vormen in de brief vinden zoals ‘&’ (voor and) en Eveng voor ‘evening’, en, helemaal aan het eind, ‘Yr HumServt’, ‘Your Humble Servant’. Zo ging het schrijven sneller. Deze afsluitende formule, maar ook de opening, ‘Sir’, laten zien dat het een beleefde brief was.

Heel anders van toon is de andere brief (brief 110 in Le Feye’s editie), gericht aan haar nichtje Anna Lefroy (de oudste dochter van haar broer James). Een half velletje maar, met een gat in de tekst doordat iemand er ooit het zegel uit had geknipt. Helaas! Aan de achterkant konden we het adres zien, en de brief is gericht aan ‘Mrs B. Lefroy’ in Hendon. Als we goed naar de datum kijken, in het licht van de geschiedenis van de family Austen, zien we dat Anna en Benjamin twee weken eerder waren getrouwd, en in de brief brengt Jane de gelukwensen over van Harriet Benn. Het gat in de tekst is zo goed mogelijk ingevuld door Deirdre Le Faye. De brief eindigt met de woorden “Make everybody at Hendon [waar Anna nu dus woonde] admire Mansfield Park” – dat was namelijk net uitgekomen.

Ook hier gebruikt Jane gedachtestreepjes en korte vormen: ‘affec:’ voor ‘affectionate’. Maar de opening en de afsluiting zijn veel informeler dan in de brief aan John Murray.

Zo kunnen ook degenen die niet mee konden naar de bezichtiging de brieven lezen.

Hartelijk dank, Rachael Marsay van de Weston Library, dat we deze bijzondere documenten mochten zien!

Posted in Jane Austen trip | Leave a comment